Waarom deze spelling verwarring oplevert
De Nederlandse taal zit vol met verwarrende werkwoordsvormen. Zelfs mensen die al jarenlang Nederlands spreken, twijfelen soms over de juiste vorm. Een veelgezochte vraag is: moet je schrijven 'verkopen' of 'verkoopt'? Dit lijkt misschien simpel, maar vooral bij het schrijven in de tegenwoordige tijd of in combinatie met hulpwerkwoorden ontstaat er verwarring. We leggen in dit artikel stap voor stap uit wat het verschil is tussen deze twee vormen en wanneer je welke gebruikt.
De basis van werkwoordvervoeging
Het werkwoord 'verkopen' is een regelmatig werkwoord, maar heeft wel een onregelmatige stam: 'verkoop'. In de tegenwoordige tijd vervoeg je het afhankelijk van het onderwerp. Het basisprincipe is als volgt: bij 'ik' gebruik je de stam, dus 'ik verkoop', en bij 'jij' of 'hij/zij' komt er meestal een -t achter: 'jij verkoopt'.
Voorbeeldzinnen met 'verkopen'
'Verkopen' is de infinitief, oftewel de hele werkwoordsvorm. Deze gebruik je onder andere na hulpwerkwoorden zoals 'willen', 'moeten', 'kunnen' of 'gaan'. Bijvoorbeeld: 'Wij willen appels verkopen'. Of: 'Zij gaan hun huis verkopen'.
Voorbeeldzinnen met 'verkoopt'
'Verkoopt' is de derde persoon enkelvoud (hij/zij/jij) in de tegenwoordige tijd. Je zegt bijvoorbeeld: 'Hij verkoopt zijn auto'. Of: 'Zij verkoopt bloemen op de markt'. Let goed op: als je 'jij' achter het werkwoord zet, vervalt de -t: 'Verkoop jij je fiets?'
Veelgemaakte fouten en tips om ze te vermijden
Een veelvoorkomende fout is het verwarren van de derde persoon enkelvoud met de infinitief. Dit komt vooral voor bij het schrijven, wanneer mensen niet goed kunnen inschatten of het om een vervoegde vorm of om het hele werkwoord gaat. Als je twijfelt, probeer dan het onderwerp te vervangen door 'ik' of 'hij'. Als 'ik verkoop' logisch klinkt, dan weet je dat het een vervoegde vorm is en je dus waarschijnlijk 'verkoopt' moet gebruiken bij 'hij' of 'zij'.
Wanneer gebruik je 'verkopen'?
Gebruik 'verkopen' als het werkwoord achter een hulpwerkwoord komt of wanneer je het hebt over de activiteit in algemene zin. Voorbeelden zijn: 'Zij willen kerstkaarten verkopen' of 'Verkopen is moeilijk in deze economie'.
Wanneer gebruik je 'verkoopt'?
Gebruik 'verkoopt' in een zin waar het onderwerp 'jij', 'hij', of 'zij' is en je over het heden spreekt. Denk aan: 'Hij verkoopt zijn oude spullen' of 'Zij verkoopt haar kunst online'. Dit is de tegenwoordige tijd, derde persoon enkelvoud.
Samenvatting van het verschil
Het verschil tussen 'verkopen' en 'verkoopt' zit hem in de vorm en functie van het werkwoord in de zin. ‘Verkopen’ is de infinitief en komt na hulpwerkwoorden of wordt gebruikt in algemene uitspraken. 'Verkoopt' is de vervoegde vorm voor derde persoon enkelvoud in de tegenwoordige tijd. Door goed naar het onderwerp te kijken in je zin, kun je eenvoudig bepalen welke vorm je nodig hebt.
Gebruik deze regel bij andere werkwoorden
Deze uitleg kun je ook toepassen op andere Nederlandse werkwoorden, zoals ‘werken/werkt’, ‘lezen/leest' of ‘lopen/loopt’. Als je de regels voor vervoegen goed kent, maak je minder snel fouten en krijg je meer vertrouwen in je spelling. Dus de volgende keer dat je twijfelt tussen 'verkopen' of 'verkoopt', weet je precies wat je moet doen!